Verhuisregeling bestaat nog wel maar is feitelijk ingekort
Op 1 januari 2013 is de Wet IB 2001 ingrijpend aangepast. Zo is het niet meer mogelijk om belastingvrij te sparen (KEW / SEW / BEW) om in de toekomst de eigenwoningschuld af te lossen. Er wordt een uitzondering gemaakt voor degenen die een beroep kunnen doen op het overgangsrecht. De regels van het overgangsrecht (afdeling 10bis) zijn nagenoeg een kopie van de regels zoals die golden op 31 december 2012. Zo staan in het overgangsrecht ook de versoepelingsregeling en de verhuisregeling. De vraag is nu of na 1 januari 2013 nog wel met succes een beroep op de verhuisregeling kan worden gedaan.
Verkoop woning
Als iemand zijn huis verkoopt en hij nog geen andere (fictieve) eigen woning heeft, moet een eventuele KEW/SEW/BEW van box 1 naar box 3. Er wordt dan een fictieve uitkering geconstateerd omdat er niet langer aan de wettelijke voorwaarden van een KEW/SEW/BEW wordt voldaan. Hierbij kan de betreffende persoon dan wel een beroep doen op de (grote) vrijstelling. Het vormt geen probleem dat er nog niet 15 dan wel 20 jaar premies zijn betaald. Ook is het in dat geval niet noodzakelijk dat de eigenwoningschuld met de betreffende uitkering wordt afgelost.
Verhuisregeling
Als de betreffende persoon na verloop van tijd weer een eigen woning verwerft, kon hij voor 1 april 2013 het betreffende spaarproduct, dat inmiddels in box 3 zat, weer koppelen aan de lening voor de nieuwe woning. Gebeurde dat binnen 3 jaar nadat de polis box 1 had verlaten, dan werd de afboeking van de vrijstelling teruggedraaid en mocht het bedrag aan rente wat in de box 3 periode was aangegroeid als extra premie worden gezien.
Voorbeeld
Op 1 mei 2010 vervreemdt Henk zijn woning en gaat tijdelijk huren. Zijn KEW komt hierdoor fictief tot uitkering. De polis loopt op dat moment 7 jaar en heeft een opgebouwd kapitaal van € 30.000. Hij heeft tot dat moment € 21.000 aan premies betaald. Op moment van verkoop is er € 9.000 aan rente in de KEW opgebouwd. De rente wordt nu op grond van de versoepelingsregeling niet belast maar hij verbruikt wel een vrijstelling van € 30.000.
Op 1 mei 2012 verwerft Henk een nieuwe woning en de verzekering die in box 3 gecontinueerd is, wordt weer aan de polis gekoppeld. De polis heeft op dat moment een waarde van € 39.000. Henk heeft inmiddels € 27.000 aan premie betaald. Er zit nu dus € 12.000 aan rente in het spaarproduct.
Omdat Henk binnen 3 jaar zijn polis weer overhevelt naar box 1, wordt zijn vrijstelling weer verhoogd met € 30.000 en wordt de rente in de box 3 periode (€ 3.000) aangemerkt als extra premie.
Nieuwe wetgeving
In het overgangsrecht bestaat de verhuisregeling voor de KEW/SEW/BEW nog steeds. Men kan daar echter alleen een beroep op doen als de polis terug kan keren in box 1. Of dat mogelijk is, wordt bepaald door art.10bis.2 Wet IB 2001. En daar ontstaat een probleem als men tijdelijk in een huurwoning gaat wonen en er nog geen sprake is van een fictieve eigen woning. Voor de eigenwoningschuld is namelijk bepaald dat wanneer iemand zijn woning verkoopt, hij toch aanspraak kan blijven maken op het overgangsrecht als hij er voor zorgt dat hij voor het einde van het daarop volgende jaar weer een woning heeft. Ten aanzien van de KEW/SEW/BEW ontbreekt een soortgelijke regeling. Dat betekent dat wanneer de polis na verkoop van de woning naar box 3 gaat, hij na 1 april 2013 niet meer naar box 1 kan worden overgeheveld. Daarmee zou een beroep op de verhuisregeling geen optie meer zijn.
Besluit
In een besluit is een verandering aangekondigd van het overgangsrecht voor KEW/SEW/BEW. Op grond hiervan kan een KEW/SEW/BEW weer naar box 1 worden overgebracht als dit gebeurt uiterlijk in het jaar volgend op het jaar dat zij naar box 3 is gegaan. Dit betekent wel dat in de tussenliggende periode gewoon premies moeten worden betaald binnen de bandbreedte 1:10.
Conclusie:
Door deze wijziging kan men nog wel een beroep doen op de verhuisregeling maar de periode waarbinnen er weer sprake moet zijn van een eigen woning is wel met minimaal één jaar ingekort.